Dezelfde betekenis (synoniemen)

als zelfstandig naamwoord:

1 gelach, lach

Betekenis:

Het geluid van vreugde of geamuseerdheid dat iemand maakt.

Voorbeeld:

Het geluid van lachen vulde de kamer toen de grap werd verteld.

2 grijns, smuilen, glimlachen, lach, glimlach

Betekenis:

Een uitdrukking van genegenheid of een teken van vrolijkheid.

Voorbeeld:

Ze begroette me met een warme glimlach toen ik binnenkwam.

als werkwoord:

3 uitlachen

Betekenis:

Een geluid maken als teken van vreugde of humor.

Voorbeeld:

We begonnen allemaal te lachen toen de clown zijn kunstjes vertoonde.

STORE 

BRON: Open Multi-Lingual WordNet, https://omwn.org/

Ziet u fouten in de woordenlijst? Of staan er ongewenste woorden tussen? Laat dan hier een bericht voor mij achter.